×

Meer dan helft slechthorenden draagt géén hoortoestel

Vrijdag 03 juni 2022
Terug naar overzicht
Deel dit artikel
Meer dan de helft van de Nederlanders met gehoorproblemen heeft géén hooroplossing. Dat blijkt uit het driejaarlijkse EuroTrak-onderzoek, dat deze week is gepubliceerd. Zorgwekkend, vinden gehoorexperts. “Onbehandeld gehoorverlies beïnvloedt je werkprestaties en zelfstandigheid en wordt in verband gebracht met eenzaamheid, depressie en dementie.”
 
“De maatschappelijke impact is groot gelet op de gevolgen van onbehandeld gehoorverlies, én er valt wat aan te doen”, zeggen beroepsorganisaties, audiciens en hoortoestelfabrikanten, in wiens opdracht het EuroTrak-onderzoek is uitgevoerd. Het onderzoek wijst uit dat in Nederland momenteel 1,8 miljoen personen gehoorverlies hebben.
 
Haalbare gezondheidswinst
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) waarschuwde eerder voor een grote stijging van mensen met een gehoorprobleem en adviseert meer te investeren in preventie, bewustwording en gehoorscreening. Onbehandeld gehoorverlies blijft wereldwijd een groot probleem. “Het percentage onbehandeld gehoorverlies ligt in Nederland nog erg hoog, ondanks de faciliterende rol van het regulerings- en vergoedingssysteem”, stelt Dennis Havermans van branchevereniging de Kwaliteitsaudiciens (dKA). “55% van de mensen met gehoorproblemen blijven ermee rondlopen zonder dat zij er iets aan doen. Terwijl uit diverse wetenschappelijke publicaties blijkt dat behandeling van gehoorverlies participatie bevordert en diverse ziektebeelden kan voorkomen of remmen”, aldus Havermans.
 
In het EuroTrak-onderzoek wordt het beeld bevestigd dat het dragen van een hoortoestel bijdraagt aan de algehele gezondheidswinst en het welbevinden van slechthorenden. Hierdoor kunnen uitgaven op andere zorgdomeinen voorkomen of verminderd worden.
 
Betere kwaliteit van leven
Het onderzoek maakt inzichtelijk dat Nederlanders te lang wachten met een bezoek aan de arts of audicien als er sprake is van gehoorverlies. Het duurt gemiddeld 3 jaar voordat Nederlanders in actie komen, waarvan 10% van de respondenten aangeeft langer dan 6 jaar te wachten. Daar staat tegenover dat 67% van de respondenten aangeeft dat ze hun hoortoestel eerder hadden moeten aanschaffen, vanwege het gemis aan sociale contacten. Maar liefst 95% van de respondenten vindt dat het dragen van een toestel hun kwaliteit van leven aanzienlijk heeft verbeterd. “Dit had ik tien jaar eerder moeten doen”, is een veelgehoorde uitspraak van slechthorenden die een hooroplossing hebben gekozen.
 
Maar wat weerhoudt mensen dan?
Meer dan de helft van Nederland heeft nog nooit een hoortest laten afnemen, blijkt ook uit het onderzoek. “Dat aantal moet omhoog. Eigenlijk zou iedereen met enige regelmaat een gehoorscreening moeten doen. Een verplichte jaarlijkse hoortest voor 50-plussers zou veel leed voorkomen”, meent Richard Zoetemelk van GAIN, de branchevereniging van fabrikanten van hooroplossingen en hoorhulpmiddelen in Nederland. Met meer inzicht in de kwaliteit van het gehoor, maar ook kennis over de risico’s, zal een slechthorende eerder geneigd zijn een hooroplossing aan te schaffen, aldus Zoetemelk. “Wat veel mensen en professionals in de zorg niet of onvoldoende weten is dat gehoorproblemen weer kunnen leiden tot veel ander leed: verminderde hersenactiviteit, dementie, een grotere kans om te vallen, sociale isolatie, verlies van zelfstandigheid en depressie.”
 
Wilrik van ’t Noordende van de Nederlandse Vereniging van Audicienbedrijven (NVAB) wijst op de maatschappelijke kostenbesparingen door het gebruik van hoortoestellen. Aangenomen wordt dat deze een positief effect hebben op het werk en slaapkwaliteit. “Door gehoorproblemen ondervindt men problemen op de arbeidsmarkt. Denk aan werkloosheid, langdurig verzuim en verminderde productiviteit. Vaak is niet duidelijk dat gehoorproblemen hieraan ten grondslag liggen. Hiervoor zou meer aandacht moeten komen, ook bij werkgevers.”
 
In de meeste gevallen geeft men aan het gehoorverlies nog niet erg genoeg te vinden om er iets aan te doen. Er heerst nog altijd een sociale drempel voor het dragen van een hoortoestel. Driekwart van de dragers geeft echter aan dat ze nooit uitgelachen of afgewezen worden vanwege hun hoortoestel. Uit onderzoek blijkt dat het juist andersom is: er worden eerder grappen gemaakt omdat men iets niet goed verstaat.
 
Rol van de hoorzorgprofessional
Uit het EuroTrak-onderzoek komt naar voren dat de meest gehoorde redenen voor het nemen van een hoortoestel zijn: verergering van gehoorverlies, de opmerkingen van een echtgenoot en het advies van de hoorzorgprofessional.
 
Driekwart van de slechthorenden bespreekt het gehoorverlies met de huisarts of kno-arts. 73% van hen krijgt een hooroplossing aanbevolen. Opvallend daarin is dat respondenten met een ‘licht’ gehoorverlies significant vaker niet doorverwezen worden na het eerste contact met hun arts of audicien dan respondenten met een hoger gehoorverlies. Dat kan te maken hebben met het advies van de professional of omdat ze zelf opzien tegen het vervolg. Uiteindelijk besluit minder dan de helft van de slechthorenden een hoortoestel te nemen.
 
Mensen met een beperkt gehoorverlies worden vaak door de (kno-)arts of audicien onverrichter zaken weer naar huis gestuurd. Terwijl er diverse mogelijkheden zijn om licht gehoorverlies te behandelen. Meer dan de helft van de slechthorenden is echter niet op de hoogte van alle mogelijkheden, blijkt uit het EuroTrak-onderzoek.
 
Klanttevredenheid
Het onderzoek legt een verband tussen het gebruik van een hooroplossing, de mate van nazorg, de keuzemogelijkheden, de kosten die men zelf betaalt en de mate van klanttevredenheid. De audicien moet zijn klant actief betrekken bij de keuze van een hoortoestel, laat het onderzoek zien. Een actieve samenwerking tussen die twee zorgt voor een beter resultaat. De mate van tevredenheid stijgt van 65% naar 85% wanneer er jaarlijks contact is. Daarnaast laat het onderzoek zien dat slechthorenden hun hoortoestel langer dragen wanneer zij zelf een bijdrage hebben moeten betalen.
 
Betrokkenheid leidt tot hogere tevredenheid
Het onderzoek schetst een sterk verband tussen de mate van nazorg en het gebruik van de hooroplossing. Respondenten die eens of twee keer per jaar contact hebben met hun audicien dragen hun hoortoestel ruim 40% meer uren per dag. “Het is bekend dat tevredenheid een voorspeller is van gebruik en therapietrouw. Daarom is proactieve nazorg zo belangrijk voor de effectiviteit van de behandeling”, zegt Arthur Schuurmans van het Collectief van Zelfstandige Audiciens (CvZA). “Een hoortoestel zou gedurende de hele dag gedragen moeten worden voor optimale effectiviteit. Uit het EuroTrak-onderzoek blijkt dat 1 op de 5 hoortoesteleigenaren hun hoortoestel minder dan een uur per dag gebruikt, terwijl tevredenheid toeneemt wanneer een hoortoestel langer gedragen wordt. Zowel client als audicien hebben hierin dus hun verantwoordelijkheid te nemen”, aldus Schuurmans.
 
De vier gehoorexperts willen werken aan een grotere bewustwording: “Hoe eerder je gehoorverlies behandelt, hoe sterker het positieve effect op welzijn en gezondheid. Daarvan zouden alle consumenten en professionals doordrongen moeten zijn”.